Voor een baantje waar je geen cent mee verdient is het recenseren erg leuk. Zeker als je cd’s ontvang die zijn voortgekomen uit de financiële vrijgevigheid van muziekliefhebbers via de sociale media of door bijelkaar geschraapt spaargeld. Misschien is dat wel een afwijking van mij, dat ik soms kan smelten als ik een in eigen beheer uitgegeven album in handen krijg. Het gelijknamige debuutschijfje Mill’s End met acht eigen liedjes van vier enthousiaste boerenkinkels uit het droge en warme klimaat van Tempe, Arizona is zo’n album, waarvan een hoeveelheid bloed, zweet en wellicht tranen van afstraalt. Een in 2008 opgericht Amerikaans alternatieve countrygezelschap die dezelfde naam draagt als het onlangs gesloten café op hun geboortgrond.
De heren Keith Periollo (slide-gitaar,dobro,ukulele,mandoline), Jeff Bump (zang, ritmegitaar), Mark Bainbridge (drums) en Geoff Butzine (electrische- en fretloze basgitaar) maken het ons makkelijk aan te haken met nummers, die herinneringen oproepen aan de Whiskeytown-periode van Ryan Adams en die tevens sterk refereren aan de muziek van The Old 97’s en The Drive-By Truckers. Van die anorexia liedjes zonder een grammetje overtollig vet. Verfrissend als een koude douche. Vocaal hoor je sporen van Ed Kowalczyk (Live) in het aangenaam zeurende en nasale stemgeluid van zanger Jeff Bump. Mill’s End zal de wereld niet gaan verbazen met een inventief album vol helse refreinen en coupletten zonder einde. Dit is muziek – rammelend, niet al te zuiver van vier heren, die knokken tot ze erbij neer vallen. Dit is een album, dat vraagt om erkenning en rechtvaardigheid dat wat mij betreft mag verschijnen via een label.
www.millsendband.com
(Johan Schoenmakers)
Thanks for the review!