Misschien kreeg “vriendschap” in mijn puberjaren zijn definitieve kleur nadat ik de zwart-witte LP-hoes van Born To Run in mijn handen hield. Genegenheid, respect, liefde en blind vertrouwen… Ik vond het in iedere foto van Bruce en Clarence terug. De hoes bleek niet alleen een gouden greep (omdat hij zo tot de verbeelding sprak), maar is ook de ultieme belichaming van de muziek die ik ergens begin jaren ’80 voorgeschoteld kreeg (ik ontdekte Springsteen ten tijde van The River). Muziek en teksten waarin niet alleen naar vrijheid werd gezocht, maar waarin liefde en vriendschappen centraal stonden. Vriendschappen zoals iedereen die wel in zijn jeugd heeft gehad. Vriendschappen die zo bijzonder zijn dat teleurstelling een onverbiddelijke uitwerking heeft. Vriendschappen zoals bezongen in het meesterlijke Backstreets.
De E-Street Band vormde voor mij dat beeld van vriendschap bij uitstek. De magie op de bühne tussen Bruce en Clarence was groots, meeslepend en soms zelfs ontroerend. Natuurlijk was Springsteen zich hiervan bewust en buitte hij dat beeld uit, maar het kon me geen ene ruk schelen want die vriendschap, die was echt. Ik geloofde en geloof nog steeds dat beeld van onvoorwaardelijke kameraadschap hoewel de E-street Band, na het overlijden van Clarence Clemons nu precies twee jaar geleden, voor mij nooit meer hetzelfde zal zijn. Vriendschappen mogen dan verder reiken dan de dood maar het pantser vertoont toch zijn eerste scheurtjes….
Vandaag op weg naar huis luisterde ik nog eens naar de cd Born To Run. Sommigen horen vooral bombastische muziek, ik hoor vooral onverbiddelijke urgentie. Het “heilige moeten”. Niet alleen bij Springsteen, maar ook bij Clarence Clemons. Thunder Road, Born To Run: ze worden allemaal mede vorm gegeven door het fantastische spel van de man met de sax. En natuurlijk aan het eind van de plaat, zijn “finest moment”, die weergaloze solo in Jungleland.
Merkwaardig, het kippenvel op de armen terwijl ik door tropische warmte loop… Die nummers kwamen ongelooflijk intens bij me binnen ondanks dat ik ze al zo vaak heb gehoord. De Jungleland-solo van Clarence Clemons in het bijzonder. De kracht van muziek is weergaloos. En die van vriendschappen trouwens ook…
Clarence, you’re being missed.
Ed Muitjens