Het zat er al even aan te komen, maar desondanks viel het nieuws vanochtend rauw op mijn dak: B.B. King, een van de laatste levende blueslegendes heeft op 89-jarige leeftijd besloten om voortaan fulltime deel uit te maken van het almaar uitdijende orkest in het walhalla.
Ik leerde de muziek van B.B. King in de late jaren zestig kennen dankzij bands als de Animals, de Yardbirds en uiteraard de Rolling Stones, blanke welopgevoede jongeren uit de Engelse middenklasse, die met een aanstekelijke geestdrift spraken over de zwarte bluesmuzikanten waar ze in die jaren vol overgave en met groot respect naar luisterden. King viel mij meteen op door zijn sprankelende, loepzuivere gitaarspel en een stem waarin je het stof en het grind van de katoenplantages nog kon horen. Eerlijker dan dit zou je de blues moeilijk vinden. De man speelde geen bluesmuziek, hij was eruit opgetrokken.
Sindsdien is de muziek van B.B. een trouwe metgezel geweest op mijn weg door dit meestal voorspoedige maar soms evenzeer diepdroevige bestaan. King zorgde voor soelaas, voor verstrooiing, voor bespiegeling, maar ook voor blijdschap, uitgelatenheid, euforie en opwinding. Zijn dood zal daar niets aan veranderen.
“The thrill” is voor mij nog lang niet “gone”. Bedankt voor je muziek, Riley Ben King uit Itta Bena, Mississippi. Bedankt dat je deze wereld wat mooier hebt gemaakt. Peace on you…
(Martin Overheul)