Op het album Sorrow vertolkt de Amerikaanse componist en multi-instrumentalist Colin Stetson op geheel eigen wijze de beroemde derde Symfonie van Treurliederen van de Poolse componist Górecki. Onder het grasveld waar deze specifieke sport beoefend wordt, siddert de grond nog na van de vele controverses die zijn losgebarsten in het verleden. Ruim een halve eeuw later is het nauwelijks voor te stellen dat de bewerkingen van Gershwins Porgy & Bess en Rodrigo’s Concierto de Aranjuez van het duo Miles Davis/Gil Evans door puristen in beide kampen als edelkitsch werden afgeserveerd.
De recente bewerkingen van de New Yorkse jazzpianist Uri Caine van de klassieke werken van de componisten Mahler en Verdi worden ook nu nog met veel misbaar omgeven. Zelf sluit ik me graag aan bij Caines producer Stefan Winter die van mening is dat elke muzikant volstrekt het recht heeft op zijn eigen wijze een bestaande compositie te vertolken. Op zijn eigen merites beschouwd verdient Stetsons poging om het werk van Górecki naar zijn hand te zetten alle lof. Het meditatieve karakter van dit werk heeft Stetson behouden. Het transponeren van de klanken van het oorspronkelijk zestig man sterke symfonische orkest naar de klanken van een eigentijds samengesteld ensemble van twaalf muzikanten is met veel smaak gedaan. Hoewel Stetson onbevangen omgaat met de harmonische en dynamische pilaren van dit in de jaren zeventig geschreven werk, heeft zijn versie emotioneel niets aan kracht ingeboet. Een extra vermelding gaat daarbij uit naar Colins zuster Megan die als mezzosopraan excelleert in de drie liederen over verlies en pijn waarop deze symfonie is gebaseerd. Na Stetsons vele samenwerkingen als begenadigd blazer (fluit, klarinet, saxofoon) met acts als Laurie Andersen, Bon Iver, David Byrne en Arcade Fire blaast hij dit omstreden genre op imponerende wijze nieuw leven in.
www.colinstetson.com
(Koos Gijsman)