Na jarenlang ploeteren als muzikant, had Scott Mickelson er genoeg van. Hij zei de muziekindustrie vaarwel en werd illustrator. Succesvol illustrator zelfs. Toch besloot hij weer platen te gaan opnemen. Bij nader inzien was dat leven in de marge van de muziekinsdustrie toch niet zo slecht, besloot hij. Op zijn nieuwe album brengt hij zelfs een ode aan zijn ‘wondrous life’.
Vertalen is een tot mislukken gedoemde onderneming. Neem nou het woord ‘wondrous’ uit de titel van het nieuwe album van Scott Mickelson, ‘A Wondrous Life’. ‘Wondrous’ is bijna hetzelfde als ‘wonderful’, maar de twee woorden zijn toch niet helemaal inwisselbaar. ‘Wonderlijk’ komt in de buurt, maar is net iets te positief. Neigt te veel naar ‘fantastisch’, en dat bedoelt Scott Mickelson (artiestennaam: Mickelson) niet. Dan had hij het album wel ‘A Wonderful Life’ genoemd, naar de gelijknamige suikerzoete kerstfilm met James Stewart, maar dat heeft hij niet gedaan. ‘Veelbewogen’ is, bij gebrek aan beter, nog de beste vertaling.
Want veelbewogen is het leven van Mickelson zeker. Als tiener tekent Scott Mickelson (1976) zijn eerste platencontract en treedt op met muzikanten als Dave Van Ronk. In de jaren negentig speelt Mickelson in Fat Opie. De groep krijgt een contract van Elliott Roberts, de toenmalige manager van Neil Young en Tom Petty. Fat Optie wint een talentenjacht bij MTV. Sponsor 7-Up keert het prijzengeld van 15.000 dollar echter niet uit en een tournee met Neil Young komt niet van de grond. Na vijf albums zegt Mickelson de muziekindustrie vaarwel en wordt illustrator. Met zijn kinderboek ‘Artichoke Boy’ heeft hij commercieel succes.
Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan, en in 2013 neemt hij met zijn oude groep Fat Opie een nieuw album op, ‘Victoryville’.
In 2015 verschijnt zijn solodebuut ‘Flickering’.
Sobere plaat
In mei dit jaar komt ‘A Wondrous Life’ uit. Het is een sobere plaat geworden, die enigszins doet denken aan Bruce Springsteen ten tijde van ‘Nebraska’.
Mickelson werkt als producer van andere muzikanten, en heeft zijn nieuwe album tussen de bedrijven door maken. Waar hij op ‘Flickering’ met een stuk of twintig gastmuzikanten heeft opgenomen, bespeelt hij nu alle instrumenten zelf, op de drumpartijen na. “Al heb ik die wel zelf geschreven”, voegt Mickelson desgevraagd toe. “Ik wilde het op dit album over een heel andere boeg gooien. Dus waar het vorige album overdadig was, wilde ik het nu simpel houden. Die afwisseling is voor mij belangrijk; daardoor blijft het voor mij aantrekkelijk om platen te maken.”
Daarmee stipt hij het centrale thema van zijn nieuwe album aan: zijn eigen ‘wondrous life’. Lange tijd worstelde hij ermee dat hij geen breed publiek wist te vinden voor zijn muziek, zelfs zo dat hij zich schuldig voelde. Maar in de loop van de tijd heeft hij zich erbij neergelegd. “Natuurlijk zou ik meer weerklank willen hebben. Alleen is het niet het allerbelangrijkste in mijn leven. Belangrijker is dat ik een fijn gezin heb, en dat ik überhaupt muziek kan maken. Mijn leven is het waard om geleefd te worden.”
Vrede gevonden
Dat klinkt misschien als een open deur, maar het heeft Mickelson jaren gekost om vrede te vinden met zichzelf. “Ik heb er zelfs therapie voor gevolgd.” Het nummer ‘Plastic, vinyl and leather’ gaat hierover.
“Niet alle nummers op het album zijn autobiografisch, maar ‘Plastic, vinyl and leather’ wel. Het is een ode aan mijn therapeut, die mij van mijn depressies heeft genezen. Zij heeft mij leren inzien dat het makkelijk is om te blijven somberen, en veel uitdagender om de zaken positief te bekijken. Zij heeft me overtuigd dat ik best artiest mag zijn. Dat mijn leven wat voorstelt, ook al heb ik maar een beperkt publiek.”
Uit dankbaarheid had Mickelson zijn therapeut uitgenodigd om de presentatie van ‘A Wondrous Life’ bij te wonen. Hij had zelfs ‘Plastic, vinyl and leather’ voor haar willen spelen. Maar ze bleek niet te zijn gekomen. “Dat nummer is nog steeds aan haar opgedragen. Maar inmiddels is ze wel mijn ex-therapeut.”
www.mickelsonmusic.com
(Jan Bletz)