RSS

Jack Hustinx: “Mijn leven draait om muziek”

De fascinatie van Jack Hustinx voor muziek is ongeneeslijk. “Mijn leven draait helemaal om muziek. Het is de enige baan die ik ken”, zegt de man die bekend werd als de frontman van Nederlands beste rootsband, de Shiner Twins. Aan die samenwerking kwam na drie albums een eind. Jack Hustinx ging verder en is inmiddels al weer geruime tijd actief met zijn Texaanse buddy Malford Milligan. Met hun band The Southern Aces gaan Hustinx en Milligan de komende tijd van start met een tournee langs honderd theaterzalen. Het contract houdt hen tot begin 2021 van de straat. Jack Hustinx lijkt het clubcircuit definitief ontgroeid. 

Vier gitaren leunen tegen de muur. Ze hebben even rust want Jack Hustinx is aan het woord. Hij heeft het over de dag dat Amerika zich doodschrok.  Ook voor hem was dat een zeer ingrijpende ervaring. Het was de dag die zijn leven voorgoed veranderde. “Ik zat al een jaar of twintig in de muziek, toen ik tegen het eind van de jaren negentig het gevoel kreeg dat ik in Nederland geen stap verder kwam. Ik zat ook zakelijk in de muziek en zag hoe de verkoop van cd’s steeds verder terugliep. Ook mijn privésituatie was shit. Mijn relatie was op de klippen gelopen. Het was één grote puinhoop. Ik heb toen de hele boel verkocht en besloot om definitief naar Austin te vertrekken. Ik was daar al een paar keer eerder geweest en merkte dat het me daar goed beviel. Op 10 september 2001 begon mijn nieuwe leven. Ik vertrok van Schiphol en landde in Phoenix, want ik wilde eerst naar de Grand Canyon. Ik was daar al eerder geweest. Ik wist dat het een plek was waar ik mijn hoofd heel goed leeg kan maken. En dat was hard nodig. Ik zat in een hotel in Scottsdale en was vroeg opgestaan om naar de canyon te vertrekken. In de lobby zag ik op de tv dat een vliegtuig een van de Twin Towers was binnengevlogen. Met mijn half slaperige kop dacht ik dat het een gewoon ongeluk was met een sportvliegtuigje en liep naar de koffieautomaat. Opeens hoorde ik een hoop gekrijs achter mee. Ik kijk om en zie nog net hoe dat tweede vliegtuig erin vliegt. Het was een groot passagiersvliegtuig. Holy fuck, dacht ik, I’m in the wrong place at the wrong time. Toen drong pas goed tot me door wat er aan de hand was. Ik ben zelden zo bang geweest. Godverdomme, dacht ik, dit kan best het begin van een oorlog zijn. De sfeer in het hotel werd ronduit paniekerig toen bleek dat er een vierde vliegtuig was gekaapt, voorlopig met onbekende bestemming. Niet ver van Phoenix ligt een van de grootste kerncentrales van de VS. Misschien was dat vierde vliegtuig onderweg naar die centrale. Ik moet hier meteen weg, dacht ik, en ik ben onmiddellijk naar de Grand Canyon gereden. Daar zou ik veilig zijn. Het was een complete chaos. Iedereen was in paniek. Geen muziek meer op de radio, en ook geen commercials. Nou, dan is het pas goed mis. Een kleine week later vloog ik naar Austin. Ik zat in een Boeing 747 met twee andere passagiers en vier air marshalls met herdershonden. Een vreemde ervaring. Vanwege de dreigende invasie in Afghanistan ben ik vrij snel teruggegaan naar Nederland. Ik was blij dat ik terug was. Amerika was op dat moment een verlamde samenleving. Maar al gauw ben ik weer teruggegaan.”

FOTO 1 jack hustinx

“Amerikaanse muziek heeft altijd mijn voorkeur gehad, vooral de zwarte muziek. Ik was twaalf toen ik van mijn vader voor mijn verjaardag een transistorradio kreeg. Fantastisch cadeau. De hele dag had ik 192 opstaan en ’s avonds natuurlijk Radio Luxemburg, waar veel zwarte muziek werd gedraaid. Het nummer ‘Try A Little Tenderness’ van Otis Redding sloeg bij mij in als een bom. Ongelooflijk opwindend. Als twaalfjarige moest ik behoorlijk vroeg naar bed. Dus luisterde ik naar Luxemburg met de transistorradio onder mijn kussen. Op een gegeven moment kwam mijn vader m’n kamer binnenstormen. De radio moest meteen uit. “We hebben het er morgen wel over’, zei hij. Ik liet hem de volgende dag het nummer van Otis horen, en toen dat was afgelopen sprak mijn vader de legendarische woorden: ‘Ik wil niet dat je naar deze muziek luistert, want dat is geen muziek voor ons soort mensen.’ Zoiets moet je natuurlijk niet zeggen tegen een recalcitrant pubertje. Ik was niet meer te houden. Twee jaar later zat ik al in een bandje. We speelden alleen maar covers. We repeteerden bij ons in de garage. Dat eerste bandje heette Indication, naar een  nummer van Les Baroques, in die tijd een bekende Nederbeatgroep. Mijn eerste echte band was Starling, van origine een meidenband. Dat was in die tijd nog iets bijzonders. We waren in het begin van de jaren tachtig heel hot, maar erg lang heeft die band niet bestaan. Daarna kwam Arti Rhythm, het begin van een echt serieuze aanpak. Ik begon zelf ook nummers te schrijven. De passie voor muziek verdiepte zich steeds verder. Ik kan nu wel zeggen dat mijn leven helemaal om muziek draait.”

FOTO 2 jack hustinx

Een man die belangrijk is geweest voor de verdere muzikale ontwikkeling van Hustinx is Malford Milligan, inmiddels een dierbare vriend. Hij heeft een fluwelen stem, die gelijktijdig veel kracht uitstraalt. Een superieure zanger die vooral bekend is van Storyville, de Texaanse supergroep. “Ik zette hun eerste album op en dacht: what the fuck is this? Een ongelooflijke vuistslag was het. Malford deed me denken aan Otis Redding. Er is nooit een betere zanger geweest dan Otis, maar Malford komt in de buurt. Ik krijg kippenvel als ik terugdenk aan het moment dat ik die plaat voor het eerst hoorde. Kijk maar.” Hustinx toont zijn arm. Inderdaad, kippenvel. “Natuurlijk wilde ik meteen naar Amerika, Storyville aan het werk zien. De platenmaatschappij Warner bood me een reis naar Austin aan. Algauw zat ik in het vliegtuig. Op weg naar Austin. I landed in heaven! Een geweldige muziekscene daar. Zeker 120 podia in de stad. Vaak drie of vier verschillende shows op een dag. Die week heb ik Storyville vier keer aan het werk gezien. Fantastisch was het. Ik besefte dat dit de muziek was die ik ook wilde maken. Rootsmuziek dus.” In 2002 nam Malford Milligan samen met Hustinx het album ‘Sweet Cherry Soul’ op. Het was het begin van een samenwerking die nog steeds voortduurt en prachtige platen heeft opgeleverd. Malford Milligan stond ook aan de basis van de Shiner Twins. Aanvankelijk fungeerden ze als de Europese tourband van Milligan, maar daarna gingen ze zelfstandig verder met als resultaat drie uitstekende albums: ‘All In Store’ (2006), ‘Southern Belles (2008) en ‘Four Souls – One Heart’ (2011).  

FOTO 3 Malford

Het derde album van de Shiner Twins zou tevens het laatste zijn. Twee weken voordat die plaat uitkwam, zakte bassist Dick Wagensveld tijdens een optreden in elkaar en stierf ter plekke aan een hartstilstand. “Vreselijk”, zegt Hustinx. “Dick was echt een goede vriend. Ik ben er gelukkig niet bij geweest. Ik ben een veel te emotioneel mens om daar tegen te kunnen. Dick heeft die plaat gelukkig nog wel gehoord. De volgende morgen, heel vroeg, ben ik naar Dicks vrouw in Amerongen gereden. Het eerste wat ze zei: ‘Die plaat komt verdomme uit.’ Een moeilijke periode volgde. Ik wilde weer gaan schrijven, maar er kwam niets uit. Ik wilde het verdriet dat in me zat van me afschrijven, maar er kwam geen fatsoenlijk liedje uit. Rond de Kerst van 2012 zei mijn vriendin: “Zo gaat het niet langer, Jack. Ga maar een paar maanden naar Austin. Dat zal je goeddoen.” Dat bleek ook zo te zijn. In Austin lukte het schrijven meteen weer. Het ene na het andere geweldige nummer kwam eruit. Mensen ik de songs liet horen, zeiden: ‘Wow, this is great material’. In februari 2014 hebben we met de Shiner Twins vier van die nummers opgenomen in het Muziektheater in Wijk bij Duurstede. Ik denk dat het de beste nummers zijn die we ooit met de Shiner Twins gemaakt hebben. Ik wilde nog wel doorgaan, maar er waren allerlei fricties waardoor het project steeds weer op de lange baan werd geschoven. Toen heb ik de knoop doorgehakt. Dat was het einde van de Shiner Twins. Malford heeft hierbij een belangrijke rol gespeeld, net als Harry Bodine en Patricia Vonne. Iedereen zei hetzelfde: ‘Why the hell don’t you do it here? There’s lots of people willing to help you.’ Vervolgens leerde ik de Subdudes kennen, een band die ik enorm bewonderde. Nondeju, ze bleken mijn muziek ook te gek te vinden.”

FOTO 4 jack hustinx

In de jaren tachtig was Hustinx ook actief als producer, vooral van bands met een overdosis testosteron. Dat was nog in het analoge tijdperk. Toen Malford Milligan hem in 2002 vroeg ‘Sweet Cherry Soul’ digitaal te produceren, durfde Hustinx dat eerst niet aan. Hij vroeg een andere Amerikaanse vriend, de gerenommeerde gitarist en producer Stephen Bruton, het karwei op te knappen, maar die weigerde. “I’m not gonna do that”. Hustinx schrok. Is er soms een probleem met het geld, informeerde hij. Maar dat was het niet. “I want you to do it”, zei Bruton. “I know you can do it”. En zo gebeurde het. “Stephen heeft mij veel zelfvertrouwen gegeven. Een heel wijze man die mij veel heeft geleerd en die heel veel voor mij heeft betekend. In 2006 werd bij mij kanker vastgesteld, en iets later ook bij hem. Ik ben een nier kwijtgeraakt, maar heb het gelukkig  overleefd. Stephen niet. In mei 2009 was het voor hem voorbij. Op het laatste album met de Shiner Twins staat het nummer ‘Never Take No For An Answer’. In feite gaat dat nummer over Stephen en die kutziekte, beschreven als een persoon die achter je aan zit, maar die je niet ziet omdat hij zich steeds verschuilt. Het nummer is opgenomen in de studio van Willie Nelson. Op een gegeven moment lopen Malford en ik naar buiten om even een luchtje te scheppen. Ik leg Malford uit waar het nummer eigenlijk over gaat. Hij zegt: ‘See that roof, Jack? See him sittin’ there? Stephen is here, man.’ Fuck, zo voelde het inderdaad. We zijn de studio ingegaan, en Malford heeft dat nummer in één take grandioos ingezongen. Helemaal ad lib. Briljant. Soms gebeuren er echt heel rare dingen in mijn leven.”

Tekst: Sjoerd Punter                                     

Foto’s: Ronald Rietman   


Comments are closed.