
De muzikale carrière van Lael Neale is een soort expeditie geweest. Op zoek naar zichzelf. Haar eerste album I’ll Be Your Man (2015) was een lovenswaardig, melancholische en gepolijste folk en indiepopdebuut met een zachte countrytwang, die herinneringen opriep aan Joni Mitchell en Mazzy Star. Een schot in de roos, dat een heerlijke luisterervaring opleverde.
De zes jaar later verschenen opvolger Acquainted With Night (2021) was een groot contrast met het aangename geluid van de eersteling. Neale voelde een behoefte om te veranderen en de liedjes uit het folkidioom te halen. De akoestische en electrische gitaar werden grotendeels vervangen door een stabiele laag vol ruis van de vier sporen recorder en een aanhoudende resonantie van haar Suzuki Omnichord, waarmee zij een simpele puurheid en intiem karakter creëerde. ‘Acquainted with Night’ bleef niet onopgemerkt bij muziekliefhebbers en de pers. Mensen zijn blijkbaar bereid om te luisteren naar nummers die niet meteen een pophit zijn. Dat vind ik geweldig, maar het verrast me wel.
Het gesis van de cassetterecorder en zoals zij hetzelf zegt: het buitenaardse geluid van haar speelgoed synthesizer uit de jaren tachtig zijn inmiddels het handelsmerk geworden van Lael Neale, die terugkeren op het recent verschenen Star Eaters Delight. Een album dat socialer overkomt dan de meer naar binnengekeerde voorganger. Het muzikale palet klinkt filmisch, nog steeds schaars maar toch beklemmend met oog voor details, dat je soms doet denken aan Patti Smith (I Am The River) en anderszijds aan de poëtische Leonard Cohen (In Veronca)
www.laelneale.com
www.konkurrent.nl
(Johan Schoenmakers)