RSS

The Audreys – Sometimes The Stars

Het leuke aan grasduinen in de virtuele muzikale tuin van het internet, is dat je tussen het soms welig tierende onkruid ineens een onbekende bloem ontwaart die je de vorige keren over het hoofd hebt gezien. Een bloem die zoveel kleurenpracht verspreidt dat je je onwillekeurig afvraagt waarom je die schoonheid niet eerder hebt opgemerkt. Sometimes The Stars, de derde plaat van de Australische formatie The Audreys, is zo’n veronachtzaamde schoonheid. 

Naar eigen zeggen speelt de band alternatieve folk, maar het muziekpalet van Sometimes The Stars, een plaat die rond de jaarwisseling verscheen, vertoont aanzienlijk meer afwisseling dan een dergelijk label doet vermoeden. Het gevoelige timbre van zangeres Taasha Coates’ stem leunt wellicht het nauwst aan bij die stroming, maar de composities op dit album, allemaal geschreven door Coates en gitarist Tristan Goodall, overschrijden heel wat muzikale grenzen.

Zo verenigt openingstrack Comfort Me folk met kamermuziek en flarden americana tot een fraaie eenheid. Wat meer is, het nummer geeft meteen ook inzicht in het poëtische talent van Coates: “I’ve got a hurt wide as the sea / but all these things they comfort me”. Troubles Somehow, verlucht met vrolijke accordeonklanken, klinkt als lichtverteerbare countryswing, maar heeft een gitzwarte tekst die niet zou misstaan in een song van Nick Cave: if you’re shopping for despair don’t just get it anywhere / I’ve got the finest stuff around / If you’re looking out for sorrow / I can get more by tomorrow I take orders by the pound”.

Nog mooier wordt het in titelnummer Sometimes The Stars dat wat intensiteit en sfeer naast het betere werk van de Walkabouts mag gaan staan. Een geweldige zanglijn, perfecte muzikale omlijsting en, opnieuw, een tekst die thuishoort in een dichtbundel: “Sometimes the stars seem closer than they should / Like the more I knew the less I understood / And the further that you got from me / The more I felt like I could see.” Waarna Two States Away een meer dan geslaagde uitstap is in de richting van indierock, met een vervormde elektrische gitaar die als een cirkelzaag door het nummer dendert.

In Little Molly, een in Appalachian folk en altcountry gedompeld nummer dat recht naar de keel grijpt, halen de Audreys niet enkel een banjo en een viool tevoorschijn, maar ook een bandoneon, wat zorgt voor een zalig desolaat klankentapijt. En in het slotnummer, Lonesome Valley, een song die is opgetrokken uit pure weemoed, is het de piano van Paul Grabowsky die ervoor zorgt dat je je zonder overgave laat meeslepen naar het veel te vroege einde van dit album.

Goede dingen, zei mijn grootvader, komen nooit te laat. Dat geldt in elk geval voor Sometimes The Stars, een album dat zich nu al van een voorname plaats in mijn hart heeft verzekerd.

(Met dank aan de tuin van John Smits)

www.theaudreys.com.au

www.myspace.com/theaudreysband


Comments are closed.