Adele & Glen – Carrington Street
Carrington Street is de straat in Sydney waar de studio van drummer Glenn Thompson gevestigd is. Nadat bassiste Adele Pickvance Brisbane voor Sydney inruilde, lag een doorstart van de voormalige Go Betweens-ritmetandem voor de hand. Voor vele Australiërs geldt Sydney als evenknie van The Big Apple. De liedjes op dit album gaan grotendeels over de aanpassingsproblemen die Adele had toen zij zich in Sydney vestigde. De aankleding van de liedjes is uiterst sober. Hier en daar klinkt de invloed van een groep als The Velvet Underground door. Gelijktijdig kent het album accenten uit de americana en de folkmuziek wat vooral in de langzamere liedjes goed uitpakt. Natuurlijk kunnen de opengevallen plekken in de samenstelling van de groep niet ingevuld worden. Grant McLennan en Robert Forster zijn nu eenmaal niet te vervangen. Carrington Street is zeker geen slecht album en bevat een aantal uitstekende liedjes. De Go Betweens-fans mogen zelf beslissen of ze gaan voor het half volle of half lege glas.
Admiral Fallow – Tree Bursts In Snow
Tree Bursts In Snow is het vervolg op het debuutalbum Boots Met My Face van de Schotse indiegroep Admiral Fallow. Volgens voorman Louis Abbott slaat de titel op “het geluid en het beeld van een artilleriegranaat die explodeert in een cluster van in sneeuw gedrenkte bomen”. Met zo’n titel liggen zaken als kwaadheid en frustratie uiteraard in de liedteksten besloten. Het aardige is dat het vijftal uit Glasgow dit inkleurt met fraaie melodielijnen en originele instrumentaties. De liedjes op dit album profiteren vooral van de inbreng van zangeres en multi-instrumentaliste Sarah Hayes die met veel fantasie nuances weet aan te brengen middels kundig spel op klarinet, fluit en accordeon. Op het snijpunt van rock, pop en folkmuziek wordt een repertoire gepresenteerd dat weldadig aanvoelt. Invloeden van Snow Patrol, Elbow en Mumford & Sons steken daarbij met enige regelmaat de kop op. Mij stoort dat in het geheel niet want over de hele linie is dit een prima album.
And Also The Trees – Hunter Not Hunted
Als notoire extraverte levensgenieter zoek ik voor de broodnodige variatie graag het gezelschap op van de introverte, melancholieke medemens. Al jaren verzorgt de Engelse groep And Also The Trees de soundtrack voor die gelegenheden. Hun nieuwste album Hunter Not The Hunted sluit naadloos aan op het repertoire dat de groep gedurende haar bestaan het publiek voorgeschoteld heeft. Ook nu weer weet de groep mij te betoveren met wonderschone luisterliedjes die een optimale concentratie vereisen. Voorman en zanger Simon H. Jones hanteert daarbij een poëtische vorm van lyriek die gedrenkt is in verstilde instrumentaties. Zowel de teksten als de muziek scheppen een sfeer die als een trance voorbij glijdt. Instrumenten als dulcimer, glockenspiel, melodica en gitaar vormen daarbij een klankbeeld dat met vederlichte drumpartijen en koorzang vervolmaakt wordt. De organismen van de gehaaste westerse mens zullen zich geen raad weten met zoveel zuiverheid. Wie echter zichzelf de tijd gunt aan de muziek van deze groep te wennen, wacht een unieke muzikale ervaring.
Floatstone – Meet Floatstone
Achter Floatstone gaat de Antwerpse bard Brick de Bois schuil. Een gitarist die zich op dit album laat kennen als een instrumentalist die de vele aspecten van het gitaarspel onder de knie heeft. Zijn zelfgeschreven liedjes bevinden zich in stijlgebieden als pop, folk, roots en blues. Zijn zangstem is uiterst beperkt waardoor zelfs het op zich gevarieerde samenspel met bassist/cellist Kristof Roseeuw en drummer/percussionist Danny Van Hoeck op den duur ietwat eenzijdig gaat klinken. Binnenkort ook te bewonderen op podia in de USA. Gaat dat zien!
Kelly Hogan I Like To Keep Myself In Pain
Met de opmerking “We sure don’t want anybody feeling happy after our concert” vat zangeres Alison Krauss de kern samen van een type muziek die schoonheid distilleert uit leed. In dat kader past ook het jongste album van zangeres Kelly Hogan. Deze zangeres beschikt over een sympathieke inborst waardoor ze kan bogen op een carrière die door de vele samenwerkingsprojecten met andere musici gekenmerkt wordt. Een imponerende lijst van musici heeft haar de liedjes aangeleverd die op dit album samengebracht zijn. Met haar prachtige zangstem haalt zij het maximale uit liedjes van Vic Chesnutt, M. Ward, Robyn Hitchcock, Robbie Fulks en Andrew Bird. Het enige lied van haar eigen hand is het fraaie Golden voor haar vriendin Neko Case (Hogan zingt al jaren in haar begeleidingsband) die ze oproept “to show ’em what you’re made of”. Bijgestaan door ervaren klasbakken als Booker T, James Gadson, Scott Ligon en Gabriel Roth is I Like To Keep Myself In Pain het overtuigende bewijs van de stelling dat wie goed doet, goed ontmoet.
(Koos Gijsman)