Acht jaar lang niets van je laten horen om er ineens weer te staan met wat misschien wel je beste album is. David Bowie probeerde het onlangs en slaagde er niet in. De Amerikaanse band The Ashtray Hearts lukte het wel, met een set van twaalf songs die het beste van de hedendaagse americana in zich herbergen. Al ging hùn comeback gepaard met aanzienlijk minder tromgeroffel en trompetgeschal in de internationale muziekpers. Godzijdank is dat niet het doorslaggevende criterium als het gaat om relevantie, kwaliteit en authenticiteit want als dat wél het geval was zou dit vijftal uit Minneapolis er maar bekaaid van afkomen. En daarmee zou The Strangest Light, het derde album van frontman Dan Richmond en de zijnen, mateloos veel onrecht zijn aangedaan. Dit album heeft namelijk de allure en het niveau om uit te groeien tot de plaat waaraan hun vroegere (luister eens naar Old Numbers en Perfect Halves om te horen waartoe deze band in staat is) en latere werk zal worden afgetoetst.
Met een opener als het nauwkeurig kaal gearrangeerde Books leggen Dan Richmond, Steve Yernberg (gitaar, piano, banjo), Aaron Schmidt (trompet, piano, orgel), John Jerry (drums) en Ryan Scheiffe (bas) leggen de lat meteen hoog voor zichzelf. Maar gracieuze – en inhoudelijk vrij duistere – nummers als Let It End, Dying Light, This Again en het bijna religieuze Brother laten horen dat Ashtray Hearts het vermogen heeft om die lat nog een paar centimeter hoger te leggen. Het imponerende tweeluik dat dit bloedmooie maar relatief korte album afsluit, Embers en White Church Hill, biedt op dat vlak een boeiende blik op wat hopelijk nog komen gaat. Maar eer het zover is, is er The Strangest Light, een plaat vol gedistingeerde harmonieën, precieus uitwaaierende gitaren en dromerige orgelklanken die vol staat met pakkende nummers over liefde, verlies, verbondenheid en verlangen. Een plaat om te koesteren…
www.facebook.com/ashtrayhearts
www.myspace.com/theashtrayhearts