RSS

Amy Speace – That Kind Of Girl

Gebroken harten en de vaak moeizame weg naar loutering en heling hebben in de muziekwereld al tot talloos veel meesterwerken geleid. Droefheid en het herwinnen van emotionele stabiliteit stelt mensen blijkbaar gemakkelijker in staat om hun diepste gevoelens te ontsluieren dan wanneer men vrolijk en zonder zorgen door de wereld wandelt. Daar zal allicht een bibliotheek over volgeschreven kunnen worden, maar laat me toe mij te beperken tot deze feitelijke vaststelling én – nu spreekt de liefhebber van ietwat donkere muziek – het gegeven dat mijn voorkeur al heel mijn volwassen leven uitgaat naar de treurwilg en niet naar de kerstboom. Het is ook door die voorliefde dat That Kind Of Girl, het zesde album van de frêle schoonheid Amy Speace, me al bij de eerste draaibeurt bij het hart greep en datzelfde hart bij latere luisterbeurten een paar keer ronddraaide. Nu is de muziek van Speace zeker niet altijd doortrokken van treurnis, maar deze keer vormen neergang, catharsis en herrijzenis de centrale as waarop het album is gestoeld, en zeker die eerste twee elementen leiden zelden tot grootse jubel. Dat gebeurt hier al evenmin, wat overigens niet wil zeggen dat Amy Speace zou klinken als een gekneusd vogeltje. Daarvoor beschikt ze over te veel veerkracht.

Op That Kind Of Girl kijkt Speace terug op een liefde die frontaal op de klippen is gelopen, een liefde ook voor iemand die het niet te nauw nam met waarheid of trouw. In het van blue eyed soul doorspekte Nothing Good Can Come From This ziet Speace de bui al hangen nog vóór de relatie goed en wel is begonnen: “It’s a tiny little town and there’s too much here to risk / Nothing good can come from this”. Maar desondanks valt ze halsoverkop in een verhouding die gedoemd is om te mis te lopen. Dat realiseert ze zich in Better Than This (“There’s no way to know / If you’re running off or if you’re coming back” en “I don’t wanna be another woman grieving for the years she’s lost”), maar liefde is vaak sterker dan de drang naar zelfbehoud. Ook dat besef klinkt door in bijna elke song, al moet Speace nog wel op haar knieën door de modder in het gospelachtige Three Days (let op de elektrische gitaar van Will Kimbrough) en That Kind Of Girl, een openbare biecht om stil van te worden. Om met One Man’s Love, een song over een driehoeksverhouding die ze samen schreef met Beth Nielsen Chapman, de bodem te bereiken, te breken en in te zien dat het tijd is om op te staan: “There’s no winner in this / And to reach forgiveness / There’s a sorrow I must rise above”. Die opstanding zet ze in met Hymn For The Crossing, al blijft het besef dat ze nooit helemaal zal genezen van haar onmogelijke liefde (“You were my raincoat / Now you’re the rain”, zingt ze in Raincoat).

Met That Kind Of Girl staat Amy Speace met haar verdriet en herwonnen zelfvertrouwen in het oog van een storm die ze grotendeels zelf heeft geoogst. De klappen die ze kreeg zijn geïncasseerd, maar de schrammen en beurse plekken schrijnen nog steeds. Die pijn leidde tot een album waarop een vrouw te horen is die kwetsbaar én ijzersterk uit het dal is gekropen. Een vrouw die haar pijn heeft omgezet in een album om nog heel lang te koesteren.

 

www.amyspeace.com

www.facebook.com/amyspeace


Comments are closed.