Op mijn zoektocht naar obscure muzikale producties meer ik deze maand ons schip Verder aan in de havenstad Reykjavik. De hoofdstad van IJsland wordt in de periode 1913 tot 1917 omgetoverd tot een vitaal handelscentrum waarmee de bewoners van het weerbarstige land een nieuw hoofdstuk van hun geschiedenis inluiden. De titel van het album Two Trains verwijst naar de beide treinen Minor en Pioner die in die periode zorgden voor de aanvoer van steen en grint. Ze waren de eerste treinen van het eiland die na bewezen diensten behouden bleven om te functioneren als het symbool van de vooruitgang. Högni is de frontman van de eigenzinnige formatie Hjaltalin waarmee hij het afgelopen decennium een drietal uiterst inventieve indierock platen uitbracht. In de stilistische opmaak van dit eerste solo album vermengt Högni ingenieus gearrangeerde koorzang met eigentijdse elektronische ritmes en industrieel en klassiek georiënteerde geluidsbeelden. Deels gezongen in de volstrekt onverstaanbare IJslandse taal weet Högni en zijn muzikale vrienden desondanks de aandacht moeiteloos gevangen te houden dankzij het ijzersterke repertoire op Two Trains. Een repertoire dat raakvlakken heeft met de traditionele koorzang uit een ver verleden en de avant – garde muziek van het Europese continent. Tekstueel biedt het album een blauwdruk van een moeilijke periode in het leven van Högni waarin hij botste met zichzelf. Het maken van dit album bood hem de gelegenheid in het reine te komen met zichzelf en leidde tot het inzicht dat voordat de eindstreep bereikt wordt er genoeg te genieten valt. Een gedachte waar ik me gaarne door laat inspireren.
(Koos Gijsman)