De eerste keer dat de stem van Bregje Sanne Lacourt mijn aandacht opeiste, was op een kwalitatief niet eens zo hoogstaande YouTube-clip. Ze zong, ergens in het soort zaaltje dat ze snel ontgroeid zal zijn, een spetterende versie van haar eigen Wasted & Waiting, begeleid door Michel Ebben op gitaar/mondharmonica en Meg Davis als achtergrondzangeres. Ik zag en hoorde een zangeres die zingen spotgemakkelijk doet lijken, die straalt van enthousiasme en die bovenal plezier beleeft aan wat ze doet. Toen er kort na die eerste kennismaking een album werd aangekondigd, was mijn nieuwsgierigheid meer dan gewekt. Intussen schalt The Keeper of Changing Winds (intrigerende titel) alweer een tijdje door de boxen. Het is een fraai uitgebalanceerd album geworden dat blues, country, pop en folk met elkaar verenigt en waarop de verre echo’s doorklinken van Alison Moyet, Jacky DeShannon, Adele en Dusty Springfield, blanke zangeressen met een fikse portie soul in hun hart. Gelijkenissen die Lacourt naar eigen zeggen niet bewust opzoekt, ze overkomen haar. Daar kan ik alleen maar in meegaan want ze is nergens een doorslag of een pastiche van iemand anders.
Nog een vaststelling: Lacourt omringt zich met een stel muzikanten die haar én haar muziek vlekkeloos aanvoelen. Bij Michel Ebben is dat niet zo vreemd want hij trekt al jaren op met deze Rotterdamse sirene. Drummer Arie Verhaar en bassist Erik Versluis zorgen voor een solide maar subtiele basis waarop de stem van Bregje perfect tot zijn recht komt en zangeressen als Marinka Stam (Lu Lu Doxin) en Vera Jessen Juhrend zorgen voor nog meer vocale kleur. Het album begint met het dartele U Don’t Know, waarin banjo, percussie en orgel centraal staan. De albumversie van Wasted & Waiting wijkt af van de hierboven gememoreerde live-uitvoering. Op de plaat is gekozen voor een wat dragender versie omdat het nummer erom vroeg qua tekst en akkoorden, een keuze die uitstekend werkt. Maar de eerste vlijmscherpe pijl door mijn hart krijg ik evenwel door de prachtige ballade Do That For, een nummer over de toch niet zo volmaakte liefde die door de tijd heen kleine en grotere littekens blijkt te vertonen.
Net bekomen van die emotie, pakt Lacourt uit met een hypnotiserende versie van Eric Taylors Walking Back Home. Vanaf dat moment krijgt dit debuut nog meer allure. Got To Go, een song van Ebben, neemt de muziekindustrie op de hak met een gitaar zo scherp als een stiletto. Hemels zijn daarna This Roof, het met een jazzy trompet gezegende bluesy (David Rockefeller) Exit en het tot de essentie gestripte The Only Way To Go, drie nummers die uitpuilen van zuurzoete melancholie. En als de laatste tonen van het speelse Yellow Brolly klinken, dringen er zich minstens twee conclusies op. De eerste is dat The Keeper of Changing Winds een debuut is om diep voor te buigen, mét de pet in de hand. De tweede? Bregje Sanne Lacourt is een van de beste zangeressen die Nederland momenteel rijk is.