Shelley King is het levende bewijs dat het toch nog goed kan komen met vertegenwoordigers. Want dat is wat ze deed om haar boterham te verdienen voordat ze inzag dat er voor haar maar één weg was om te volgen: die van de muziek. King nam ontslag, verlegde haar focus volledig naar zingen, schrijven en optreden. Dat ze daarmee de juiste beslissing heeft genomen, blijkt niet alleen uit het feit dat ze zichzelf sinds 2008 Official State Musician of Texas noemen, maar is vooral terug te horen op de zes albums die ze tot nu toe maakte. Daarop mengt King het beste uit blues, roots-rock, folk, soul en gospel tot een appetijtelijke mixture waarop heel wat muzikanten uit haar woonplaats Austin een patent lijken te hebben. Op haar eind vorig jaar verschenen zevende album Building A Fire is het niet anders. Meer uit dezelfde muzikale ruif, maar op een zodanige manier gepresenteerd dat ze me ook nu weer inpakt met haar vurigheid, zelfvertrouwen en onbevangen waarachtigheid.
Net zoals op haar zes jaar geleden verschenen album Coming Home laat King zich bijstaan door toetsenist/producer John Magnie, drummer/producer Steve Amedée en zanger Tim Cook, alle drie opererend in de zeer gewaardeerde rootsband The Subdudes. Daarnaast krijgt ze ondersteuning van goed volk als Carolyn Wonderland (gitaar), Cindy Cashdollar (lap steel), Marvin Dykhuis (gitaar, dobro) en bassiste Sarah brown. Met dat bonte gezelschap vergast Shelley King, die op dit album opnieuw uitstekend bij stem is, de luisteraar op een stel puike songs zoals het in countryblues gedrenkte Building A Fire, de met gospel doortrokken traditional I Know I’ve Been Changed (waarin de chaingangs van de vorige eeuw weerklinken), het bluesy The Real Thing (mooie solo van Wonderland!) en het rootsy Hard Times Are No Macth For Sweet Dreams. Een extra vermelding verdient When I Go Away (Larry Campbell) dat ze voor het eerst hoorde in een live-uitvoering van de betreurde Levon Helm. King doorspekt haar versie met blues, gospel en een paar kilo pure soul. ‘No more troubles, no more crying’, zingt ze uit het diepst van haar ziel. Het lijkt me een mooi motto in deze verwarde tijden.