Alvorens Nico Dijkshoorn de Leidse avond op 19 april in de Q-Bus aftrapt met zijn vaste opener en lievelingsliedje The Weight van de oerband aller americana The Band vertelt hij ons tussen hoop en vrees te zweven. De hoop dat hij het nummer altijd kan blijven spelen. De vrees dat bekend zou worden, dat Levon Helm en Robbie Robertson, de schrijvers van het stuk, vroeger fout zijn geweest. Schaamteloze heldenvereringen die dan weer de plee in kunnen. Nico haalt Michael Jackson en Ryan Adams als voorbeelden aan. Gevolgd door een prachtig, intens en gedreven uitvoering van Dijkshoorn en zijn maatjes Fred van Klaveren (bassist) en drummer Herman Klaassen van The Hank Five.
Na zijn succesvolle, vijf kwartier durende optreden van het jaar ervoor trakteert hij ons dit maal op twee sets van ongeveer een uur. Een avond gevuld vol blues, rock en countrynummers. Diverse klassiekers van zijn helden met heerlijk scheurende gitaarsolo’s, maar ook zelfgeschreven, vaderlandse liedjes, waaronder Lekke Band dat geïnspireerd is op de truck-driving songs van Dale Watson en het recent gepende Weinig Zin. Nico’s antwoord op de huidige Nederlandstalige hiphop. Het optreden wordt bovendien versierd met unieke voordrachten uit zijn eigen werk en een speciaal voor deze avond geschreven gedicht over zijn twee favoriete Leidse winkels Plato en Slagerij Van Der Zon.
Het is een avond vol chaos op het podium, verspreid met boeken, een duet met zijn vriendin Tanja in het door Lucinda Williams (ja, echt Nico) geschreven Joy en de ontroering als hij uit zijn nieuwe boek ‘Ooit Gelukkig’ een verhaal voorleest over een bezoek aan zijn moeder. Over de geplastificeerde gebruiksaanwijzing voor de afstandsbediening, de zoektocht in de schuur naar de plaat van zijn moeders held Demis Roussos en de moeder aller panfluitplaten van Los Incas, waar Dijkshoorn iedere zondagochtend op de klanken van El Condor Pasa wakker werd.
www.hankfive.nl
(Johan Schoenmakers)