Op de een of andere manier heeft de combinatie roodharige zangeressen en blues (of variaties daarvan) mij nooit echt teleurgesteld. Acts als Jonell Mosser, Susan Marshall, Ruby James en de nog immer fantastische Bonnie Raitt leverden de voorbije decennia platen af die mijn leven minstens wisten op te vrolijken, een kwestie die in dit aards tranendal niet genoeg te prijzen valt.
Enkele jaren geleden schoof een nobele ziel Alcohol And Salvation, de zesde (!) cd van de Texaanse zangeres/gitariste/pianiste Carolyn Wonderland, onder mijn neus en het was liefde op het eerste gezicht. Zozeer zelfs dat ik een groot deel van haar back catalog aanschafte en haar nieuwe werk trouw als een hondje kocht. Ook in het geval van mevrouw Wonderland, een niet meer zo nieuwe roodharige parel aan de blueskroon, werd ik niet ontgoocheld.
Intussen ligt haar negende plaat in de winkel en het mag gezegd worden: veel rauwer en rootsier dan op Peace Meal heb ik mijn blanke blues de afgelopen maanden niet geserveerd gekregen. Carolyn Wonderland, die in de muziekpers wat al te gemakkelijk vergeleken wordt met Janis Joplin omdat ze een vergelijkbaar grote scheur kan opentrekken, opent háár negende met enig gevoel voor ironie: een even weinig voor de hand liggende als spetterende cover van What Good Can Drinkin’ Do, een nummer van … Janis Joplin.
Wat Carolyn Wonderland en haar begeleiders daarna uit de versterkers toveren, is een robuuste cocktail van rhythm-‘n-blues (Golden Stairs van Robert Hunter met de geweldige Cindy Cashdollar op lapsteel), New Orleans funk (Only God Knows When), delta blues (een stevige versie van Dust My Broom), swamp rock (Meet Me In The Morning van Bob Dylan) en country (Shine On) die zich met evenveel plezier laat drinken als een perfect gemixte whiskycola.
www.carolynwonderland.com