‘Helpless’ en ‘Knockin’ on Heaven’s Door. Op ontwapende wijze zingt Simone Felice op het YouTube filmpje zijn emoties van zich af.Toepasselijker kan ik de recensie over het gelijknamige solo-album van deze New Yorker niet beginnen. Hulpeloos aan zijn ziekenhuisbed gekluisterd,tot twee maal toe kloppend op de hemelpoort als Simone op zijn twaalfde ternauwernood een hersenbloeding overleefd en twee jaar geleden met spoed een openhartoperatie moet ondergaan.
Ondanks het eerdere succes als drummer van The Felice Brothers en de voorbereidingen voor een nieuwe cd met jeugdvriend Robert Duke als het folksoulduo The Duke & The King besloot Simone door deze gebeurtenissen en de geboorte van zijn eerste kind in 2010 zijn eigen weg te gaan. De pijn, angst, geestelijke ontreddering, geluk en liefde – de nachtmerries van de morfine, wachtend op de komst van het nieuwe leven, dochter Pearl zijn de voornaamste ingrediënten op het recentelijk uitgebrachte naamloos album.
Deze plaat draait rond het gegeven van een 35-jarige vader en muzikant, geboren in een arbeidersfamilie in de Catskill Mountains in de staat New York. Iemand met een wondermooi stemgeluid met af en toe een hoog register, spelend op de akoestische gitaar in een oude krakende stoel. Opgenomen in dezelfde studio, een verlaten schoolgebouw, waar de opnames voor Celebration Florida – de laatste plaat van The Felice Brothers plaatsvonden, Felice’s eigen schuur en de studio in een oud kerkgebouw te Bristol, waar eind jaren tachtig, samen met toenmalig eigenaar en producer Dave Stewart het eerste album van The Travelling Wilburys werd vastgelegd.
Het overgrote deel op het samen met Ben Lovett van Mumford & Sons geproduceerde album klinkt aangrijpend, confronterend en intens, neigend naar iets spookachtigs. Ongepolijste schoonheid die je niet vaak hoort. Op de opgewekte popsong You And I na, waar hij op de ritme van Pearls harttonen, de liefde voor zijn pasgeboren dochter bezingt worden weemoed, emotie en gevoel verpakt in meeslepende luisterliedjes. Muziek die een haarscheur in je hart kan veroorzaken. Liedjes waar Simone zich begeleid op de akoestische gitaar, af en toe lichtelijk aangetipt door lapsteel, mandoline, drums, of viool. Over een psychisch sexueel misbruikte jonge vrouw in het gelaagde gospelfolkliedje Bobby Ray, waarop The Felice Brothers en een New Yorks meisjeskoor de getergde zanger vocaal een handje helpen. Broos en tedere klanken die lijken te zweven in het nummer over de intense pijn van eenzaamheid van Courtney Love of een ballade over de Amerikaanse actrice Sharon Tate, die in 1969 slachtoffer werd van de rituele slachtingen van de Manson Familie.
Je hoort waar het op “Simone Felice” om draait: liedjes die heel duidelijk vanuit zijn hart komen. Dat het muzikaal soms de eenvormige kant uitgaat vergeef ik hem. Perfectie is niet interessant. In de scheuren en rimpels zitten de verhalen. Of, zoals Simone Felice onlangs in een interview vertelde: ‘Het is de blues. Dan bedoel ik niet de muziekstijl, maar het gevoel, het verlangen naar iets dat beter is’.
www.simonefelice.com
(Johan Schoenmakers)