The Allman Brothers Band en The Paul Butterfield Bluesband hebben de Amerikaanse platenproducer en liedjesschrijver Mark Robinson in diens tienerjaren muzikaal geïnspireerd en de toegangsdeur naar de blues voor hem geopend. De grote ontdekking volgt later als hij de Mississippi muzikant Jimmy Johnson hoort spelen en een aantal maanden met hem het podium mag delen. Het album “Have Axe-Will Groove” is de opvolger van het autobiografische Quit a Job (wat hij daadwerkelijk heeft gedaan om de blues te spelen). Aan de basis ligt misschien wel de geijkte bluesingrediënten met de scheurende bluesharp en de pulserende drive en energie in zijn gitaarspel. Bovenal zoekt Robinson op het gevarieerde “Have Axe-Will Groove” niet naar een hitsingle, maar wel zoals de heren van The Allman Brothers Band het in de jaren zeventig noemden, de juiste snaar raken op het juiste moment op de juiste plek en vermijdt hij eventuele valkuilen in dit genre.
Zonder overdreven snarenvreterij of egotripperij blijkt de Amerikaan, die bovendien beschikt over een gruizig stemgeluid, samen met zijn favoriete muzikanten uit Nashville onder wie bassist Daniel Seymour, organist Randy Handley en drummer Paul Griffith, van alle markten thuis. Repetoire dat op de bühne zowel solo als met zijn hecht spelende band uitstekend tot zijn recht zal komen. Op superdoeltreffende wijze koppelt Mark de boogie georiënteerde bluesmuziek aan de Memphis soul, rhythm & blues en de delta blues. Hij laat op “Have Axe-Will Groove” zijn kwaliteiten als liedjesschrijver in optima forma horen. Als gitarist is Mark Robinson wellicht minder technisch begaafd. Belangrijker is dat je iemand hoort, die speelt met gevoel, een hoge mate aan uniciteit en zich enorm vermaakt met eigen nummers én covers van Davis Raines, Slats Klug en Doc Pomus.
www.markrobinsonmusic.com
(Johan Schoenmakers)