Scott & Charlene’s Wedding – Any Port In A Storm
Centrale figuur in de Australische groep Scott & Charlene’s Wedding is zanger-liedjesschrijver Craig Dermody. Hij vernoemde zijn groep naar de karakters Scott en Charlene uit de tv-serie Neighbours die in 1987 met elkaar trouwen. Scott en Charlene werden gespeeld door Kylie Minogue en Jason Donovan die zelf eind jaren tachtig een carrière in de muziekwereld begonnen. Any Port In A Storm is de tweede volwaardige cd na het debuut album Para Vista Social Club en de EP Two Weeks.
Craig rekruteerde zijn groepsleden uit de muziekscene van Melbourne. Gitarist Luke Horton, bassist Jarrod Quarrell en drummer Dion Nania volgden hem naar New York.
Het is deze verhuizing naar en het verblijf in The Big Apple die model staan voor de inhoud van de liedjes in het repertoire van de groep. “Ik beken dat ik de helft van de tijd geen idee heb van wat ik aan het doen ben”, meldt Craig, die als uitsmijter werkt in een superexclusieve nachtclub. Zijn sterke liedjes hebben een duidelijk grunge signatuur met een rafelig randje en worden gepresenteerd met een nonchalante houding die ontwapenend overkomt. Het is ook de grootste charme van dit collectief. Technische hoogvliegers zijn deze musici zeker niet. Wat extra zanglessen zouden daarnaast Dermody zeker goed doen. Storen doet het mij niet. Bovendien wil ik beslist geen oude zeur lijken die maar al te makkelijk mensen afrekent op hun tekorten. Dat moet ik zeker bij deze sympathieke Aussies maar achterwege laten. Liever prijs ik hun kwaliteiten.
Sparrow & The Workshop – Murderopolis
Sparrow And The Workshop heeft als thuishaven het Schotse Glasgow en wordt geformeerd door drie muzikanten met drie verschillende nationaliteiten. Zangeres/gitarist Jill O’Sullivan werd geboren in Belfast maar groeide op in Chicago. Gitarist/bassist Nick Parker komt uit Wales terwijl drummer/zanger Gregor Donaldson de Schotse nationaliteit heeft. De groep brengt twee jaar na haar oprichting in 2008 op het label Glitterhouse haar debuutalbum Crystal Falls uit wat tot groot enthousiasme leidt bij de Engelse vakbladen. Gesteund door zijn uitstekende reputatie als liveband verwerft het trio een groeiende aanhang op het Europese vasteland en in het Verenigd Koninkrijk. Een jaar na zijn debuut neemt het trio met producer Leo Abrahams (Brian Eno, Imogen Heap en Jarvis Cocker) hun tweede album Spitting Daggers op.
Hun derde album Murderopolis wordt in Glasgow opgenomen met producer Paul Savage (Franz Ferdinand, Mogwai, Teenage Fanclub). Het album betekent gelijktijdig het afscheid van het folky rootsgeluid van hun eerdere producties. De liedjes op Murderopolis hebben over het algemeen veel meer een poppy klankkleur gekregen, met verwijzingen naar diverse stijlgebieden uit een roemrijk verleden. Gelijktijdig flirt het trio overduidelijk met een vorm van melodramatiek die tot uiting komt in de teksten van hun liedjes. Teksten die op smaak gebracht worden door het aparte stemgeluid en de geraffineerde voordracht van zangeres Jill O’Sullivan. Het levert in combinatie met de pakkende instrumentale opzet van de liedjes een uniek hoorspel op dat pas na enige draaibeurten volledig tot wasdom komt.
(Koos Gijsman)