RSS

North Mississippi Allstars – World Boogie Is Coming

Een van de vaakst voorkomende muzikale vooroordelen tegen blues is dat die muziek de laatste decennia amper aan verandering onderhevig is geweest. Afgezien van de vraag of dat dan noodzakelijk is – kijk maar eens naar wat er door de jaren heen met r&b en soul is gebeurd -, is de kritiek feitelijk onjuist. Acts als de Black Keys, de Jon Spencer Blues Explosion maar ook Scott H. Biram borduren vrijelijk voort op de onverharde grindweg die rond 1992 is ingeslagen door iemand als R.L. Burnside. Ze voegden daar behalve ruwe kracht ook een aantal moderne straat- en rockelementen aan toe (luister zéker naar de samenwerking tussen Burnside en Spencer, het lekker smerig klinkende A Ass Pocket Of Whiskey). Nog zo’n band die er niet vies van is om hun muziek te injecteren met andere stijlen is North Mississippi Allstars, de immer van bezetting wisselende band rond de broers Luther (gitaar, zang) en Cody Dickinson (drums). Al sinds Shake Hands With Shorty, hun debuut uit 2000, bezwangeren zij hun blues met hiphop, samples en rap. Dat leidt ook op hun nieuwe album World Boogie Is Coming tot een opzwepende en opwindende set songs die tot aan hun middel in het zompige slijk van de Mississippi staan.

Zompig, dat is het kernwoord van dit nieuwe album. Dat hoor je direct in de vet aangezette versie van Junior Kimbroughs JR, een instrumental die wordt voortgestuwd door de drums van Cody Dickinson en subliem mondharmonicawerk van Robert Plant. Het nummer gaat rimpelloos over in het funky Goat Meat (waarin Plant zich opnieuw de longen uit het lijf blaast), een song waarin echo’s van The Meters doorklinken. De traditionals Rollin ’n Tumblin en Boogie zijn messcherp, net genoeg over gemoduleerd om niet bedacht te klinken en doen denken aan R. Burnside, wiens zonen Duwayne en Gary hier respectievelijk de gitaar en bas pijnigen, en Barrence Whitfield. Met twee zonen én twee songs is de geest van R.L. Burnside trouwens prominent aanwezig op dit album. Wat ook geldt voor Othar Turner, wiens kleindochter Shardé Thomes (bandlid van Luther Dickinsons side kick The Gathering) hier zingt en fife – een soort fluit – speelt, en die eveneens goed is voor twee uitstekende rauwe lappen muziek, de instrumental Shimmy en Granny, Does Your Dog Bite dat Mississippi-blues aan sixties pop koppelt. En tenslotte leggen de heren de rode loper uit voor Junior Kimbrough door behalve JR ook nog Meet Me In The City en I’m Leaving te coveren. Daarmee is het trio dat een stevige stempel drukte op de kern van de North Mississippi Allstars compleet en laten de Allstars horen dat ze hun geschiedenis én hun heden kennen. Laat die world boogie maar gauw komen!

 

www.nmallstars.com

www.facebook.com/nmallstars


0 Comments Add Yours ↓

  1. marco #
    1

    Geweldige nw cd van de Allstars. Ooit live gezien als trio met Chris Chew op bass.