Joep Pelt bracht onlangs het album ‘Show me the Way’ uit. Het is zijn meest persoonlijke album geworden, de plaat van iemand die niet anders kan dan muziek maken. Een bijzonder geslaagd album dat melancholiek en bluesy klinkt, zonder dat er onvervalste bluesnummers op staan.
‘Show me the way’, heet de nieuwe cd van singer-songwriter Joep Pelt. Die zin is gericht tegen de oude bluesmannen, zei hij onlangs aan het einde van een interview met het dagblad Het Parool. Maar ook: “Tegen mezelf. Tegen Hester. Tegen iedereen. Omdat ik met die plaat iets wil teruggeven. Wij moeten elkaar de weg wijzen.”
Woorden die pas op hun plaats vallen als je de voorgeschiedenis van ‘Show me the way’ kent. Twee jaar geleden overleefde Pelt een zwaar verkeersongeluk in Zuid-Afrika waarbij hij zijn vrouw Hester verloor. Tijdens een langdurig verblijf in een ziekenhuis in Johannesburg kreeg Pelt de iPod van een vriend met muziek van bluesmuzikanten als Robert Johnson, Charley Patton, Son House en Blind Willie Johnson. Zij inspireerden hem om nog tijdens zijn herstel op de intensive care om nieuwe liedjes te schrijven. Terwijl hij nog aan bed gekluisterd lag, toonden muzikale vrienden zoals de bands The Ex, Typhoon en Moke, saxofonist Benjamin Herman, gitarist Harry Sacksioni, componist-producer Perquisite en singer-songwriter Lucky Fonz III en Tim Knol zich bereid om te spelen tijdens een benefietconcert voor Pelt.
Na zijn terugkeer in Nederland wilde Pelt ‘muzikanten om zich heen hebben’ en ‘iets creatiefs doen’, zoals hij het uitdrukt in NRC Handelsblad. Omdat muziek troost, omdat hij niet anders kan, omdat hij niet anders wil: “Ik ga door tot ik erbij neerval en als ik neerval ga ik nog steeds door”, zei hij. En zo werkte hij aan wat nu ‘Show me the Way’ is geworden.
Het is zijn meest persoonlijke album geworden, zegt hij, en zelfverzekerder, de plaat van iemand die niet anders kan dan deze muziek maken. Tegelijkertijd past hij er in interviews voor om al te veel te vertellen over de precieze toedracht van de nummers. Natuurlijk is het verleidelijk om nummers als ‘Let Go’ en ‘Don’t leave me now’ te beluisteren als smeekbedes waarin Pelt het het verlies van zijn vrouw probeert te verwerken. Maar Pelt wil niet dat dat mensen er slechts één betekenis aan kunnen toekennen. Hij wil niet dat de nummers ‘besmet’ raken, zoals hij in Het Parool zei.
Woestijnmuziek
Er valt ook genoeg te zeggen over dit album, zonder ons over te geven aan interpretaties die de nummers plat slaan.
Pelt staat vooral bekend als bluesmuzikant, maar de eerste noten van zijn album klinken (‘Bad Luck’) niet alleen bluesy maar doen ook denken aan de woestijnmuziek van een band als Tinariwen. Niet zo gek als het misschien lijkt, als je bedenkt dat de blues Afrikaanse ‘roots’ heeft. Pelt – die in het verleden niet alleen heeft samen gespeeld met R.L Burnside maar ook met mensen Ali Farka Touré en met Lobi Traoré – weet als geen ander Afrikaanse en Amerikaanse invloeden te combineren tot een eigen, krachtig muzikaal mengsel. Behalve blues-georiënteerde nummers staan er ook Zuid-Afrikaans aandoende songs à la Paul Simon ten tijde van Graceland op (‘Remember that’s the way I am’).
Maar Pelt heeft ook andere muzikale inspiratiebronnen. Op ‘Don’t leave me now’ en het berustende ‘Let go’ voert zijn zoektocht hem naar het broeierige zuiden van de Verenigde Staten, wanneer hij wat gospel door zijn muzikale gumbo mengt. ‘Carribean Bay’ doet denken aan een calypso, maar schijnt verwant te zijn aan de Mazurka of een ander soort klompendans. ‘Show me the way’ is kortom een eclectisch album, dat wel melancholiek en bluesy klinkt, zonder dat er onvervalste ouderwetse bluesnummers staan.
Lekker vies
Dat het geen zooitje ongeregeld is geworden met al die verschillende muzikale invloeden is volgens Pelt zelf te danken aan producer A.R.T. (Ali Rezsa Tahoeni). Pelt is iemand die alle genres speelt en elk nummer een ander geluid meegeeft, zei hij tegen NRC Handelsblad. A.R.T. heeft dit voorkomen door alle songs van ‘Show me the way’ door de mangel te halen en lekker ‘vies’ te laten klinken, aldus Pelt. Vooral de klank van de gitaar van Pelt springt eruit – meer dan eens is het alsof hij een kapotte versterker heeft, zeker wanneer hij slidegitaar speelt. Een opwindend geluid.
Luister maar naar het titelnummer, waar de gitaar samen met het tromgeroffel en de achtergrondzang de wanhoop die uit de titel spreekt onderstreept: ‘Show me the way’, wijs me de weg, smeekt Joep Pelt.
Indringend klinkt het, zoals vrijwel elk nummer op dit bijzonder geslaagde album. En Joep Pelt natuurlijk heeft gelijk: of het nu gericht is tegen oude bluesmannen, Joep Pelt zelf, zijn vrouw of tegen iedereen – wat doet het er ook eigenlijk toe?
www.joeppelt.net
(Jan Bletz)