Moet ik de recensie van het nieuwe album van de Amerikaanse formatie Black Stone Cherry korthouden en strooien met kernzinnen als ‘southern rock met een hardrock randje‘ en ‘van dik hout zaagt men planken muziek’, ‘kenners van het genre weten nu genoeg’ of ‘vuige lijnen in een drie akkoorden traditie’ – dacht ik tijdens de beluistering van “Kentucky”? Het is toch allemaal niet relevant, want overtuigen doet het album zeker met zijn memorabele momenten. Muziek van het voor de hand liggende southern rock soort.
Op deze plaat is de cirkel rond en keren Chris Robertson (zang , gitaar), Ben Wells (gitaar), Jon Lawhon (basgitaar) en John Fred Young (drums) terug naar hun roots, de staat Kentucky waar de band begon, naar de Barrick Recording Studio in Glasgow, waar Black Stone Cherry hun gelijknamige debuutplaat in 2006 opnam. Op kernachtige wijze werd het verse materiaal in een onveranderde bandbezetting met dezelfde producer en apparatuur als toendertijd vastgelegd. ‘This Is Kentucky’, vertelt zanger Robertson vol trots. Een eerbetoon aan een staat, waar de vier heren vandaan komen. Robuuste muziek waarvan de mega proppen aan oorsmeer tegen mijn trommelvliezen trillen. Het vuur is gelukkig niet gedoofd.
www.blackstonecherry.com
(Johan Schoenmakers)