Een van de grote musici van de Verenigde Staten maakt op zijn jongste album Pull Up Some Dust And Sit Down van zijn hart geen moordkuil. Nu weet een beetje muziekliefhebber dat in diverse projecten van Ry Cooder diens sympathie voor de gewone man al eerder vorm werd gegeven. Het leverde het Grote Amerikaanse Songboek een stortvloed aan kwaliteitsliedjes op die Cooder gedurende zijn loopbaan aandroeg. Zijn jongste album zou als inspiratiebron kunnen fungeren voor het schrijversteam van president Obama in aanloop naar de volgende verkiezingen. In de beste traditie van de grote protestzangers neemt Ry de praktijken van de republikeinen op de korrel. Van voorzichtig polderen is geen sprake want aan duidelijkheid ontbreekt het in Ry’s liedteksten zeker niet.
Direct al bij de aftrap is de toon gezet. In No Banker Left Behind legt Cooder het gedrag van de veroorzakers van alle economische ellende onder het vergrootglas. De keiharde, gevarieerde gitaarlicks onderschrijven de agressieve opstelling van onze held. Een formule die ook tijdens het vervolg van de liedjes op dit album gehandhaafd blijft. Gelukkig is de stijlvorm van de humor een graag gehanteerd wapen. Zo laat Cooder revolverheld en outlaw Jesse James los op het volkje in Wall Street! De vaak loodzware gebeurtenissen waar Cooder aandacht voor vraagt, krijgen daardoor genoeg tegenwicht om het geheel niet in een zwaarmoedig moeras te laten wegzakken.
Een lekker moppie Tex Mex met good old Flaco Jimenez op accordeon doet het uiteraard in dat kader uitstekend. Bijgestaan door zoon Joachim Cooder op drums en een uitgelezen gezelschap bevriende musici heeft Ry Cooder met zijn jongste album een topper afgeleverd die zijn toch al imponerende carrière extra glans verschaft.
(Koos Gijsman)
Je zit ernaast, Koos. Ry Cooder imiteert hier een aantal grootheden. Maar helaas, hoe langer ik luister, des te meer heimwee krijg ik naar de originelen.
Oneens.
Cooder speelt en schrijft in de traditie van de grote protestzangers. Hem een imitator noemen vind ik een diskwalificatie
!
Ik heb het nog een keer geprobeerd, maar ik hoor toch echt een Ry Cooder die vooral niet als zichzelf wil klinken, maar wel heel erg zijn best om als zijn grote voorbeelden te klinken.
Dat heeft weinig te maken met hoe hij schrijft, iets meer met hoe hij speelt en veel meer met hoe hij – op deze cd – zingt.
Cooder wordt op deze cd de man met de 14 stemmen (die in de verte iets weg hebben van grote voorgangers). Jammer hoor, hij doet zichzelf tekort. Je kunt ook zeggen: hij diskwalificeert zichzelf.
Wie zijn volgens jou die voorbeelden Schiedammer?
Dat heb ik inderdaad gemist. Zie post 1 (‘Ry Cooder imiteert hier een aantal grootheden’). Wie dan?
Cooder imiteert Cooder, foei!
Koos heeft gelijk: Cooder klinkt als Cooder en John Lee Hooker, Captain Beefheart, Leadbelly, Woody Guthrie, The Blind Boys of Alabama, Duane en Gregg Allman, zelfs Son House klinken ook allemaal als Ry Coode.
Ach Schiedammer,
Je moet maar zo rekenen : Er zit een beetje Cooder in ons allemaal!
Prettig Weekend!
The summer I was 16, I lived on my own and spent a lot of time hithichking around New England to visit different friends, backpack and guitar in hand. In my guitar case I always had a 1/2 pint of Southern Comfort. Not sure what drew me that particular concoction of spirits but it brings back memories. Great seeing you at your opening, Jane. Love your work.